zaterdag 6 juni 2009

Nevers wordt steeds onvergetelijker




Nog steeds de tiende dag
Rustdag Nevers


De rest van de dag heeft het geregend. Toch hebben we in deze stad (uitgesproken als Nevèèèr) een onvergetelijke dag beleefd, zoals jullie al hebben kunnen lezen in het vorige bericht van vanmiddag. Ik dacht toen dat we het wel gehad hadden voor vandaag. Maar verre van dat.
Rond zeven uur lopen we weer in onze pelgrimsuitmonstering naar de stad om een ‘plat de jour’ te gaan nuttigen in het internetcafé. Overigens een heerlijke maaltijd voor 7 euro 90.
Op weg ernaartoe komen we langs de kathedraal en horen binnen prachtige koormuziek klinken.
Naar binnen natuurlijk. Op de trappen voor de romaanse absis achterin de kerk staat een gemengd koor. We hadden vanmorgen al tegen elkaar gezegd dat die halve koepel moest zorgen voor een fantastische akoestiek. En nu mogen we daar getuige van zijn.
Het koor wordt gedirigeerd door een slanke vrouw, die werkelijk de touwtjes in handen heeft. Daarbij moet ik steeds denken aan Sybill, de dirigente van mijn (ons) eigen kerkelijk zangkoor van Nieuwenhagen. Prachtige harmonieën - het doet denken aan een mengelmoes van vroeg romaans en Ennia - en ongelooflijk mooie dynamiek in fortes en pianissimo’s. We zijn werkelijk dankbaar dat we dit hebben mogen meemaken. Zo onverwacht. Zo was ik dan toch nog bij een koorrepetitie.
Maandag is onze koorrepetitie. Ik zal het missen. Het zingt nu al door mijn hoofd: “Jesús, je voudrais te chanter sur la route…” Onze route leidt morgen naar een plaats waar waarschijnlijk geen internetverbinding te vinden is. Vandaar dat we jullie dit snel laten weten vanuit het internetcafé in Nevers, waar we zonet heerlijk gegeten hebben.
Voordat het eten opgediend werd, schreef ik alvast wat op de achterkant van de placemat (zie foto hiernaast)
Mijn koorvrienden en vriendinnen wens ik maandag een inspirerende repetitie toe. In juli mag ik er zelf weer bij zijn. Daar verheug ik me nu al op.
Groeten uit La France.

Avé, Avé… in Nevers

Tiende dag
Zaterdag 6 juni 2009
Rustdag Nevers

Zaterdagochtend, half zeven. Het tokkelt, roffelt en watervalt al uren luidruchtig op het tentzeil. Als ooit een rustdag zorgvuldig gepland is, dan is het nu wel. Het lijkt er zelfs op dat de weergoden zich aanpassen aan onze planning; dat Pluvius, gisteren minzaam omlaag kijkend, iets denkt of in zichzelf mompelt in de trant van: “Daar fietsen ze, nog even wachten, ouwe jongen, morgen hebben ze een rustdag, dan mag je weer…” Zoiets. Maar hoe durf ik zoiets te verzinnen? Hovaardigheid ten top. Dat roept om straf! Een grijs gestrafte dag. Gaat Pluvius daarom vanochtend zo te keer? Hij heeft zich acht dagen moeten inhouden; ja, dan wil je wel even. Met bakken laat hij het omlaag storten uit een egaal grijze hemel. De sluizen vol open. Ons tentje begint plaatselijk lekverschijnselen te vertonen. Bagage herschikken, strategische pannetjes plaatsen, nee, zo erg is het nog niet.

Wat doe je allemaal op zo’n rustdag? In ieder geval eens niet fietsen. Om half twaalf willen we naar de mis in het Espace Bernadette. En voor de rest staan zaken op de rol die op zo’n dag normaliter gedaan worden: fietsen poetsen, onderhoud plegen aan ketting en derailleur, bagage herordenen… en rusten, energie opdoen voor de komende dagen tussen Bernadette hiér en Bernadette vroeger, als molenaarsdochter in Lourdes, waar haar in 1858 Maria verscheen.

Bij de douches en toiletten, die ik al vroeg bezoek omdat de aandrang verder slapen onmogelijk maakt, heb ik een lang gesprek met een Nederlands echtpaar tevoet naar Sint Jacob. Wind en weder dienende - het blijft gieten - hebben ze toch alles ingeruimd en staan ze naast hun enorme rugzakken te ontbijten onder de overkapping bij de afwasbakken. Niet moeilijk doen, gewoon nemen zoals het komt. “We hebben eigenlijk nog nooit zo’n riante tafel gehad…” Overal het positieve van inzien, op zijn minst proberen.
Maar wij slapen nog een uurtje door.

Wij zijn nu negen dagen onderweg. Een noveen. De tiende dag is onze rustdag. Helemaal in de geest van de oude Franse kalender van tweehonderd jaar geleden, die overigens al snel weer afgeschaft werd omdat niemand eraan kon wennen. Vlak na de grote Revolutie, waarbij alles op de kop werd gezet, begonnen ze toen met een nieuwe jaartelling - hun Revolution achtten ze belangrijker dan de geboorte van Christus… - en een nieuw kalendersysteem van tiendaagse weken. In die zin zit onze eerste Franse week erop en is de laatste dag voor ons de Dag des Heren, de dag dat we naar de kerk gaan. Een eenvoudige verklaring, nietwaar? Tot zover weer deze zoveelste, toch wel beknopte geschiedenisles. Onder het motto van ’overal neem je iets van mee, zelfs van deze blog‘. Een mens blijft zijn hele leven leren.

Rond half tien zitten we te ontbijten. Buiten. ‘t Is even droog. Maar binnen de kortste keren moet er weer een vlucht naar Egypte geënsceneerd worden, onder de beschutting van onze riante voortent. Bij het steeds intenser wordende a-ritmisch geroffel vlak boven onze hoofden - samenlopende druppels lopen als straaltjes aan de buitenkant omlaag - zetten we het knusse ontbijt voort. Pluvius heeft er vandaag duidelijk zin in. Aeolus zal vandaag waarschijnlijk uitslapen, want het is windstil.
Als outfit voor onze wandeling naar de stad kiezen we voor een typische pelgrimsuitmonstering: blote voeten in open sandalen - ‘Jesus-nikes’- en een dunne korte broek die snel droogt. Regenjas met capuchon… en daar gaat-ie. Zelfs nu moeten we even een portiek invluchten omdat Pluvius ons wat al te zeer bestookt. Eerst bezoeken we de kathedraal. Ontzettend groot. Het achterste deel is het oudst, duidelijk romaans; de rest werd er later aangebouwd in gotische stijl. Kinderen en leerkrachten zijn aan het oefenen voor la grande Communion morgen.

Ons doel is het klooster St.-Gildard, beter bekend als de Espace Bernadette. De laatste jaren van haar leven sleet ze in dit klooster als non. Ze ligt er nu ten aanschouwe van iedereen in een prachtig versierde glazen kist, opvallend gaaf - je denkt even aan een kunststukje van Madame Toussaud… - een hemels exempel van vredigheid, maar ook een beetje - ik heb af en toe vreemde ideeën - als een slapende Sneeuwwitje… als het stukje appel uit haar keel schiet wordt ze weer wakker… “Waar ben ik? Wat doen jullie hier?” Maar dat gebeurt niet. Je wordt getroffen door de intense devotie waarmee de meesten in gebed voor haar neerknielen; nee, dit is toch serieus. De mis doet goed, ook al is ze in het Frans. Een groep Italiaanse Lourdes-pelgrims zorgt voor de gezangen. Sfeervol. De viering wordt afgesloten met het bekende ‘Avé, avé, avé Maria‘, dat we met kippenvel meezingen. Vol ontroering. Dit hééft wat. Tenslotte krijgen we bij de acceuil onze volgende stempel.
Met een lekker gevoel gaan we weer naar de Place Carnot, waar zich het café bevindt waar ze connexion internet hebben. Daar schrijf ik dit verhaaltje onder het genot van een café-au-lait.
Frans maakt intussen een wandeling buiten. Er zijn stilaan af en toe droge perioden. Maar niet voor lang.
Wat we de rest van de dag doen, weten we nog niet. Dat is afhankelijk van het weer. Als dát wil, dan wil de rest ook.
Iets heel anders nu: vandaag speelt Oranje uit in IJsland. Bij één punt zijn onze jongens verzekerd van een ticket naar het WK volgend jaar in Zuid-Afrika. Ongetwijfeld zal er wel iemand de uitslag doorseinen op de blog. Bedankt alvast.
De eerstkomende dagen doen we kleinere plaatsen aan. De kans lijkt niet groot dat we dan onze dagverslagen op de blog kunnen zetten. We vragen alvast voor enig geduld. Wil je per se weten hoe het met ons gaat, bel dan even met Louise of Gerry, met wie we dagelijks telefonisch contact hebben.
Groetjes! Blijf jullie reacties sturen. Ze zijn als doping voor ons. Boterhammen met pindakaas is ook niet alles… (figuurlijk althans, want we eten best goed en komen weinig te kort!).