Veertiende dag
Woensdag 10 juni 2009
Bénévent – St.-Germain-les-Belles, 77 km
Uiteraard was de nacht in een gewoon bed weer van ‘thuiskwaliteit‘… hoewel… je mist toch wel wat. In de gîte sliep ook een Franse pelgrim, in alle opzichten een einzelgänger - het Franse woord daarvoor ken ik niet. Zelfs bij ons ontbijt houdt hij zich afzijdig en gaat in de stad ontbijten. Dus zitten we lekker met z’n tweeën aan ons déjeuner Hollandais. Hieronder een geweldige ontbijtdialoog.
Frans: “Dus eerst nog even naar de ‘internet-Joep’…
May: “’t is een vrouw, dus een ‘internet-Josephine’.
Frans: “Oké, een ‘internet-wifi’ dan…”
Buiten is het half bewolkt, koud en nauwelijks wind. Maar als we even na negen uur buiten de bebouwde kom aankomen, blijkt Aeolus wel degelijk aanwezig, zij het wat minder stormachtig dan gisteren. We beginnen met een foutje (niet bedankt…): afdalend naar een diep dal (waarna altijd weer een klim volgt) bemerk ik dat we de zon in de rug hebben… we rijden naar het westen! Dat kan niet, we moeten zuidwaarts. Dus rechtsomkeer, de berg weer omhoog, op zoek naar de juiste weg. Dik drie kilometer voor de…. vul dat zelf maar in.
De routeomstandigheden wijken niet veel af van gisteren. Lange klimmen, lange snelle afdalingen, lange klimmen. We krijgen ze van meet af aan weer … juist, ja.
Woensdag 10 juni 2009
Bénévent – St.-Germain-les-Belles, 77 km
Uiteraard was de nacht in een gewoon bed weer van ‘thuiskwaliteit‘… hoewel… je mist toch wel wat. In de gîte sliep ook een Franse pelgrim, in alle opzichten een einzelgänger - het Franse woord daarvoor ken ik niet. Zelfs bij ons ontbijt houdt hij zich afzijdig en gaat in de stad ontbijten. Dus zitten we lekker met z’n tweeën aan ons déjeuner Hollandais. Hieronder een geweldige ontbijtdialoog.
Frans: “Dus eerst nog even naar de ‘internet-Joep’…
May: “’t is een vrouw, dus een ‘internet-Josephine’.
Frans: “Oké, een ‘internet-wifi’ dan…”
Buiten is het half bewolkt, koud en nauwelijks wind. Maar als we even na negen uur buiten de bebouwde kom aankomen, blijkt Aeolus wel degelijk aanwezig, zij het wat minder stormachtig dan gisteren. We beginnen met een foutje (niet bedankt…): afdalend naar een diep dal (waarna altijd weer een klim volgt) bemerk ik dat we de zon in de rug hebben… we rijden naar het westen! Dat kan niet, we moeten zuidwaarts. Dus rechtsomkeer, de berg weer omhoog, op zoek naar de juiste weg. Dik drie kilometer voor de…. vul dat zelf maar in.
De routeomstandigheden wijken niet veel af van gisteren. Lange klimmen, lange snelle afdalingen, lange klimmen. We krijgen ze van meet af aan weer … juist, ja.
Als we in het dorp St.-Martin Ste.-Cathérine een oud romaans kerkje passeren waarvan de deur openstaat, stappen we even af om buiten en binnen wat foto’s te maken. Onwaarschijnlijk vervallen, scheuren in de muren, afbladderende verflagen, zelfs rattenkeutels op het priesterkoor. De kerk in Frankrijk… ‘God in Frankrijk’ begint zijn weelderige glans te verliezen.
Na 40 kilometer maken we in Le Châtelet-en-Dognon een pauze waarbij we een omelet met salade tot ons nemen. Dat is hard nodig, want het voortdurende klimmen vreet aan je krachten. We zijn immers nog maar pas op de helft. We hebben tot op dit moment een gemiddelde gereden van ruim 15 per uur. Best goed onder deze omstandigheden.
Na bijna 50 kilometer rijden we na een fikse klim het hooggelegen St.-Leonard binnen. De massieve granieten toren van de 12e-eeuwse kerk is al van verre zichtbaar met rondom rustige pleintjes en straatjes waarin het middeleeuwse stratenpatroon nog duidelijk herkenbaar is. De grondslag voor dit stadje werd rond 550 gelegd door de kluizenaar Léonard, wiens graf zich in de kerk bevindt. Omdat hem de twijfelachtige eer ten deel viel tot patroon van de gevangenen bestemd te worden, hangen er een aantal kluisters boven zijn graf. Overigens is St.-Leonard de geboorteplaats van de wielrenner Raymond Poulidor, de ‘eeuwige tweede‘… min of meer mijn persoonlijke ‘patroonheilige’ dus…want fietsen met de oersterke François Kiestèr laat me geen ander keus.
Van hieruit is het nog 30 kilometer tot St.-Germain-les-Belles, onze eindbestemming, ook alweer gelegen op een heuvel. Er zijn daarvoor nog een behoorlijk aantal gemene en lange hellingen te nemen. Maar als je in Santiago wil komen hoort dat erbij. Zelfs als ze, zoals de laatste klim, met de Franse slag volgegooid zijn met nieuw split om het erbarmelijke wegdek enigszins te camoufleren… kortom, een vreselijk klim door de regen, waarbij regelmatig door hoge ‘splitduinen’ geploegd moet worden. Aeolus doet er weer een schepje bovenop. Het wordt weer puur afzien. Ergens horen we in gedachten de stem van pap: “Keengerkes, keengerkes, ‘t gieët gee erger leed es dat me zich zelf aan deet…” ‘De profeet’ had alweer eens gelijk…
Als we om kwart over vijf onze missie voor vandaag voltooid hebben en behoorlijk afgepeigerd boven in het dorp op plein staan rond te kijken voor een bord naar de camping, stapt er een man uit een klein bestelbusje. Hij blijkt een Engelsman - Frans ziet dat meteen aan het stuur aan de rechterkant -, sinds twee jaar in Frankrijk woonachtig. Ik vraag hem de weg naar de camping.
“Waarom zouden jullie naar de camping gaan als jullie bij mij thuis bed & breakfast kunnen krijgen..?” luidt zijn wedervraag. In het Engels welteverstaan. Na een korte onderhandeling over de prijs weet Frans er nog 5 euro vanaf te pingelen. Omdat we pelgrims zijn.
Waarom komen we uitgerekend op dit moment deze man tegen? Toeval? Of is hij een van de ‘engelen’, die je vaak in hoogste nood tegenkomt? Hoe dan ook: zo komen we voor de derde achtereenvolgende nacht in een normaal bed terecht. De heer des huizes heeft internet, waardoor jullie bovendien nog eens het laatste nieuws kunnen lezen.
Hij beveelt ons een heerlijk restaurantje aan, Le Petit Moulin. Daar krijgen we voor een belachelijk lage prijs een heerlijk vijfgangen-diner voorgezet, bestaande uit soep, salade met quiche, kwartel met aarappeldobbelsteentjes, plat de fromage, karamelpudding als dessert en koffie. Met gratis wijn erbij zoveel we willen… helaas moeten we morgen weer fietsen.
Het echtpaar Steward is zeer gastvrij. We hebben goede gesprekken met een goed glas wijn aan hun keukentafel en ze doen alles om het ons zoveel mogelijk naar de zin te maken. Ook deze overnachting zal de geschiedenisboeken ingaan als een onvergetelijke. En buiten regent het pijpenstelen. Alles beter dan de nacht doorbrengen in een tent. Er is dus weer eens iemand 'toevallig' op onze weg gestuurd om ons meer mis`ere dan nodig te besparen.
Het echtpaar Steward is zeer gastvrij. We hebben goede gesprekken met een goed glas wijn aan hun keukentafel en ze doen alles om het ons zoveel mogelijk naar de zin te maken. Ook deze overnachting zal de geschiedenisboeken ingaan als een onvergetelijke. En buiten regent het pijpenstelen. Alles beter dan de nacht doorbrengen in een tent. Er is dus weer eens iemand 'toevallig' op onze weg gestuurd om ons meer mis`ere dan nodig te besparen.
Groetjes uit St.-Germain-les-Belles. Die ‘Belles’, dat zijn wij zeker niet. Allereerst omdat we er verre van mooi uitzagen toen we hier arriveerden. Op de tweede plaats omdat ‘belle’ vrouwelijk is. Het heet hier niet St.-Germain-les-Beaux; dan zouden we na een douche wellicht voor deze eretitel in aanmerking gekomen zijn… hoewel, we zijn wel beau-frères van elkaar. Dat is al mooi genoeg.