zaterdag 13 juni 2009

Gezond verstand, verantwoordelijkheid…

Zeventiende dag
Zaterdag 13 juni 2009
Rocamadour – Cahors, 73 km

Vanuit Rocamadour zie je aan de overzijde tegen de rotswand de weg vanuit het dal indrukwekkend langs de rotswanden omhoog lopen. Over deze weg zouden we verder moeten. Er komen zelfs drie klimmen achter elkaar, naar 237, 336 en 425 meter! Dat belooft wat. Een korte blik op de kaart doet ons besluiten een alternatieve route te nemen. Niet helemaal de vallei in met de gevolgen van dien, maar lekker ‘bovenover’ via Gramat. Dat is wel dik vijf kilometer om, maar onnodige zware klimmen worden zo vermeden.
Als we om kwart over acht vertrekken is het al warm. Er staat een bloedhete dag te wachten. Alleen al daarom is de planning niet meer heilig. In Cahors zullen we beslissen wat we doen.


Als ik de top bereik van een van de vele klimmen - in dit landschap kunnen ze immers geen vlakke wegen aanleggen…- staat Frans te praten met een Nederlands echtpaar, fietsend op weg van Lourdes naar huis. Ook zij wijken regelmatig af van de ‘Oude Wegen route’, samengesteld door Clemens Sweerman, die kennelijk in elke klim een plezierige uitdaging ziet. Dat geldt slechts in zeer beperkte mate voor zwaar bepakte fietsers zoals wij - zelfs als we op de top in een gehucht aankomen dat Plaisir heet…

Wachten op May...



Als we om kwart voor elf na 32 kilometer in het hooggelegen Labastide-Murat een terrasje pikken - niet letterlijk, we laten het gewoon staan als we weer vertrekken, stel je voor… - is het al dik 25 graden. En die twee Hollanders vragen om warme chocolademelk… rare jongens, die Hollandais, zie je ze denken.
De naam Murat heb ik eerder gehoord. Hij was een zwager van Napoleon, die - familiemens als hij was - hem tot koning van Napels liet kronen. Deze Joachim Murat werd hier geboren, waardoor de gemeentenaam Labastide spontaan een toevoeging kreeg… en zijn geboortehuis als museum werd ingericht. Murat werd gefusilleerd. Het kan verkeren. Op onze route liggen de drama’s voor het oprapen.

Vanaf Labastide-Murat volgt een lange afdaling. We komen er echter te laat achter dat we op de verkeerde weg zitten. Rechtsomkeer en weer omhoog, op zoek van de afslag die we hebben gemist. Een boer wijst ons een mooie afkorting. Deze weg mag je namelijk beslist niet missen: het is een onovertroffen heerlijke afdaling van kilometers naar het dal van de Vers, die een heel eind verder uitmondt in de Lot, hier uitgesproken als Loo. Het dal is aan beide kanten schilderachtig afgebakend door hoge steile krijtrotsen. Het riviertje kent verschillende sprookjesachtige stroomversnellingen, zo fraai dat ze in een zwemparadijs van Centerparcs niet zouden misstaan.



Onderweg passeren we St.-Martin-de-Vers, een Anton Pieck-achtig dorp, met een knots van een kerktoren, die meer lijkt op een kasteel. Ook weer gebouwd om in vroeger tijden de plaatselijke bevolking een veilige schuilplaats te bieden tegen rondtrekkende legers. We fietsen letterlijk door de rijkdom van de geschiedenis.

Vandaag horen we voor het eerst het snerpende geluid van de cicades, hier cigalles genoemd, die overigens niet verward mogen worden met krekels. Het meelijwekkende leven van deze luidruchtige insecten speelt zich voor het grootste deel ondergronds af in de gedaante van ‘stille larve’; waarna ze dan eindelijk in alle vrijheid het luchtruim mogen kiezen. Helaas echter slechts enkele dagen. Ze sjirpen en snerpen zich letterlijk naar hun levenseinde. Over perspectiefrijke toekomstverwachtingen hoeven we het verder dus niet meer te hebben.

In Vers, na zesenvijftig kilometer, vinden we een bankje in een kastanjelaantje om onze lunch te gebruiken. Zoals altijd smeert Frans de boterhammen. Het is heet. De kerk slaat een uur. Nog 16 kilometer naar Cahors en daarna nog 25 met enkele langere klimmen.


Als we om twee uur met ruim zeventig kilometer op de tellers in Cahors aankomen, hebben we een diepgaand overleg of het wel verantwoord is om nog verder te rijden. Het is intussen 32 graden, geen zuchtje wind en broeierig. Ik stel voor om hier onze tent op te slaan en de route voor de komende dagen aan te passen. De Fransen hebben niet voor niets ‘s middags alles gesloten, en houden niet voor niets een middagslaapje. Daaraan kunnen wij, gekke Hollandais, ons het beste maar aanpassen.
Enige tijd later liggen we in de schaduw van de bomen rond onze tent te rusten en nemen ons voor om voor de rest van de dag slechts het hoognodige te ondernemen. Boodschappen doen, koken. Frans maakt gebruik van het zwembad terwijl ik de blog bijwerk op het terras. De stad bezoeken we in de vooravond, na het eten.

Cahors is aan drie kanten ingesloten door de Lot. Het is een oude stad waar onder andere een van de in Avignon gekozen schismapausen resideerde. De prachtige, uit 1119 daterende kathedraal, genoemd naar St.-Etienne, is een bouwkundig hoogtepunt. De romaanse koepelgewelven behoren tot de grootste uit de stijlperiode van destijds. Het portaal is volgens de kenmerken van de school van Moissac rijk gebeeldhouwd en een dankbaar onderwerp voor ontelbare fotolenzen. Vroegere pelgrims bezochten hier een relikwie die volgens zeggen afkomstig was uit de lijkwade van Christus.
We volgen met de fiets de historische pelgrimsroute door de stad. De beroemde Pont Valentré met drie torens en poorten op de bogen is een van de mooiste vestingbruggen van Europa. In de middelste toren ontbreekt een steen. Op die plek is een klein duiveltje zichtbaar. Een oude legende verklaart dit nader. De bouw lag ooit een tijdlang stil. De duivel bood zijn hulp aan: er kon worden verder gebouwd als de bouwheer na voltooiing zijn ziel aan hem zou afstaan. De man was dan wel van gisteren, maar niet figuurlijk. Slim redde hij zijn ziel door de laatste steen van de middelste toren niet te laten metselen… en op die plek staat nu dat duiveltje.



Hier de aangepaste route:
Zondag 14 juni - Cahors - Moissac, 65 km
Maandag 15 juni - Moissac - Castéra-Verduna, 80 km
Dinsdag 16 juni - Castéra Verduna - Maubourguet, 70 km
Woensdag 17 juni - Maubourguet - Lourdes, 60 km
De rustdag in Lourdes vervalt, omdat de routes ingekort zijn en te beschouwen vallen als ‘halve rustdagen’.


Vanavond, terwijl wij Cahors bezoeken, vieren John en Karin feest; John wordt zestig, en samen ze zijn 35 jaar getrouwd. Proficiat van ons uit het oude Cahors.