donderdag 4 juni 2009

Een halve rustdag in Vézelay…


Achtste dag
Donderdag 4 juni 2009
Auxerre – Vézelay, 56 km
Na een verkwikkende nachtrust ontwaken we om kwart over zes. Om tien over acht rijden we de poort uit en zitten meteen op de goede weg. Wel wat anders dan gisteren in ‘Trwa’. De eerste kilometers volgt onze route het schone, vlakke dal van de Yonne, dus aanvankelijk makkelijk te fietsen. Vorig jaar reden we honderden kilometers langs de Rijn, die overigens wel wat breder is. Via de D100 passeren we steile kalkrotsen, de Rochers du Saussois.
Na 20 kilometer komen we in Cravant dat zijn weg naar de geschiedenisboeken vond vanwege een belangrijke veldslag in 1423, waarbij de Bourgondiërs de verzamelde legers van de Franse koning vakkundig in de pan hakten… waar is er nooit wat gebeurd..?
In Châtel-Censoir, waar net markt is, maken we na 42 kilometer een pauze op een terrasje, waar vlak voor onze neus een Franse madame vakkundig een spiegel van een geparkeerde auto af rijdt. Een typisch Frans volksoploopje is het gevolg.
Het oude stadje is gedrapeerd rond een hooggelegen kerk (met een crypte uit de vijfde eeuw..!) boven de rivier de Yonne. Diverse wijnkelders nodigen uit voor een Bourgondisch bezoek; maar dat is onderweg aan ons niet besteed.
Na Châtel-Censoir klimt de weg gestaag omhoog. Eerst stevig vals plat door een klein dal tot op een beboste heuvelrug en dan drie kilometers aan 7 procent. Tijdens de afdaling ontvouwt zich aan het einde van het bos een geweldig panorama op Vézelay, op de top van een hoge heuvel oprijzend tussen de wijnvelden. Onvergetelijk.
Eerst weer 7% omlaag, maar dan weer net zo pittig omhoog het stadje in, het laatste deel van een enerverend Cauberggehalte. Naar de camping moeten we aan de andere kant weer omlaag. Jammer. De klok klept het Angelus als we de poot van de camping annex Auberge de Jeunesse binnenrijden. Geen mens te zien. Wie komt er ook zo vroeg op de dag al op een camping aan..? Wij dus, want we willen ruim de tijd hebben om de stad te bezichtigen. We kiezen een van de weinige vlakke plekjes en installeren ons. Het terrein in lichte terrasvorm ligt mooi afgelegen en is lekker rustig. Het uitzicht over een prachtig dal en hoge heuvels is schitterend. Er is zelfs een overdekt hok met stroom waar ik alvast kan beginnen met dit dagverslag. Of er internetverbinding is blijft onduidelijk omdat er niemand is om deze vraag te beantwoorden.
Na gegeten, gedoucht en de was gedaan te hebben gaan we naar de stad. Niet zomaar een stad. Vézelay vormt door de eeuwen heen een hoogtepunt op de pelgrimsroute. Pelgrims uit vele landen kwamen hier samen om gezamenlijk verder te trekken over de Via Lemovensis, een van de vier hoofdroutes door Frankrijk. Dat zorgde in de Middeleeuwen voor een enorme drukte. In 1146 trok te bekende monnik en kloosterstichter St.-Bernardus vanuit Vézelay met een enorm leger kruisvaarders naar Palestina. De stad staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco en is toeristisch bijzonder in trek. Smalle straatjes, ongeschikt voor bepakte fietsen en nauwelijks door lege, leiden steil omhoog naar de top, waar de Sainte Madeleine, een enorme romaanse kathedraal uit de 12e eeuw, staat te pronken. De Kelten en de Romeinen bezaten al een heiligdom op deze gewijde heuvel. Het belangrijkste van de Sainte Madeleine zijn de relikwieën van Maria Magdalena. De echte? Dat is moeilijk meer vast te stellen. In de tijd van Maria Magdalena bestond er nog geen DNA. Hoe dan ook moet ik hier in Vézelay even denken aan het wereldschokkende boek van Dan Brown, The Da Vinci Code, waarin Maria Magdalena wordt neergezet als een zeer bijzondere vrouw, die in de kerkelijke geschiedenis ten onrechte een ondergeschikte rol als lichte vrouw kreeg toebedeeld. Maar dat was ze absoluut niet. Dat beeld is het gevolg van een lastercampagne die door de vroege Kerk is gevoerd. Maria Magdalena moest in diskrediet gebracht worden, haar belangrijke rol uit de bijbel worden geweerd. Meer in het bijzonder het huwelijk tussen haar en Jezus… het is in de geschiedschrijving terug te vinden, volgens Dan Brown.
Toen Jezus gekruisigd werd, was zij zwanger van Hem: de grootste doofpotaffaire in de geschiedenis van de mensheid. Niet alleen was Jezus getrouwd, Hij was ook nog ‘ns vader! Maria Magdalena was het heilige uitverkoren werktuig. Maar dit paste niet in het concept van de vroege kerk van Christus.
Daarom werden de bewijzen dat ze de vrouw van Jezus was aan het daglicht onttrokken en het beeld van lichte vrouw aan haar gekoppeld. De Kerk pleegde hiermee historisch bedrog. Als algemeen bekend zou worden dat Jezus getrouwd was, dan zou de kerk dat niet overleven. Het bestaan van een kind van Jezus zou het cruciale idee van Zijn goddelijkheid ondermijnen, en daarmee zijn christelijke Kerk, die zichzelf had uitgeroepen tot het enig uitverkoren werktuig waarmee de mensheid toegang had tot het goddelijke en het hemelrijk.
Ten tijde van de kruisiging was Maria Magdalena zwanger. Op Paasmorgen was zij het eerste bij zijn lege graf; zij was immers zijn vrouw… Om het ongeboren kind van Jezus in veiligheid te brengen, moest ze het land ontvluchten. Met de hulp van de trouwe oom van Jezus, Jozef van Arimathea, reisde ze in het geheim naar Gallië, het huidige Frankrijk. Daar vond ze een veilig toevluchtsoord binnen de joodse gemeenschap. Hier werd haar dochter geboren. Ze heette Sara.
De familie van Jezus breidde zich in Frankrijk uit en vermengde zich door een huwelijk in de vijfde eeuw met Frans koninklijk bloed, wat het begin was van de dynastie der Merovingers. Het Vaticaan probeerde deze koninklijke familie slinks uit de weg te helpen. Hetgeen op een haartje na gelukt zou zijn. Via koning Sigibert wist de bloedlijn zich voort te zetten tot Godfried van Bouillon, die de Priorij van Sion stichtte.
Tot zover de gedachtegang van Dan Brown. Hij schreef een indringend, fictief verhaal, dat Maria Magdalena, die hier in Vézelay vereerd wordt, in een revolutionair daglicht stelt. En bovendien bij mij ook allerlei gedachten laat opborrelen over het ‘marketingconcept’ van de vroegste christelijke Kerk. Marketing is van alle tijden, of het nu gaat over wasmiddelen, hondenbrokken of geloof. De zaak moet aan de man gebracht worden, economisch of ideëel; en ingeval van dit laatste bleek het resultaat , gezien de rijkdom en de praalzucht van de Kerk, economisch bepaald geen windeieren gelegd te hebben. Je ziet dan opeens bepaalde parallellen met het hele ‘Jacobusverhaal’. Ook een kwestie van ‘marketing’, die er bij de argeloze pré-middeleeuwers kennelijk in ging als zoete koek. Waar ligt de scheidslijn tussen Wahrheit und Dichtung, tussen wetenschappelijk bewijs en… geloof..? Het houdt je wel bezig.

We genieten van de romaanse kathedraal. In de crypte, nog ouder, bezoeken we ook de relikwieën van Maria Magdalena. Ontzettend veel foto's gemaakt.
Dit bericht kon ik op de blog zetten bij het Bureau de Tourisme… gelukkig.
Groetjes van ons tweetjes. Morgen gaat het naar Nevers, waar we Zaterdag - een verwachte regendag - een rustdag houden. Tot later!